Annette Koenders is senior beleidsadviseur Cultureel Erfgoed bij de gemeente Hilversum. Ze begrijpt Dudoks frustratie in het radiofragment uit 1954:

Annette Koenders
“Het is prachtig om Dudok te horen spreken. Het is een fragment waarin hij, ondanks de beperkte duur, veel over zichzelf vertelt. Het is tekenend dat hij hier begint met de verwijzing naar Brahms omdat de muziek zo een belangrijke rol in zijn leven speelde en hij kennelijk ook aan de persoonlijkheid van de componisten die hij bewonderde aandacht besteedde. Hij klinkt betrokken en bedachtzaam.”
“Dudok heeft inderdaad veel lof gekregen en zijn werk is ook (tijdelijk) verguisd. Nadat hij in Hilversum in 1915 was benoemd als directeur Publieke Werken en zijn eerste scholen en woningbouwcomplexen bouwde werden hij en Hilversum direct internationaal bekend. Het raadhuis kreeg aanvankelijk minder makkelijk een plaats in de loftuitingen.”
“Dudok trok zich kritiek aan. Dat heeft veel te maken met hoe hij zichzelf zag: als een scheppend kunstenaar. Een ontwerp kwam tot stand na een uitgebreide, ook innerlijke, zoektocht. Dudok werkte áltijd en intensief. Diepe teleurstelling ligt dan op de loer. Het betekent ook een eeuwige zoektocht naar het beste, het volgende werk.”
“Dudok heeft zijn hele carrière op twee wegen gelopen: hij werkte voor Hilversum waar ontzettend veel werk was te doen en de opgave groot was. Maar hij wilde ook groot worden met zijn eigen bureau, als zelfstandig architect, waar hij te weinig tijd voor had. Die tweestrijd is tekenend voor hem. Voor een architect die vindt dat zijn gebouwen voor hem spreken, is het tot stand brengen van gebouwen essentieel. Het is begrijpelijk dat hij meer had willen doen maar hij wist ook dat hij internationaal werd bewonderd.”
“Dudok droomde zeker van grootse opdrachten na het Raadhuis en de Bijenkorf. Voor Hilversum en Soest heeft hij wel een klein cultureel centrum ontworpen. Voor Utrecht de Schouwburg. Hij droomde ook van buitenlandse opdrachten, een Paleis voor Justitie in Bagdad, een theater in Turkije. In Parijs werd het Collège Néerlandais gebouwd, in Calcutta het bioscoop- en wooncomplex het Lighthouse. Hij kon zich moeilijk vinden in de manier van werken in het buitenland, bovendien was hij dan te ver verwijderd van het besluitvormingsproces en zijn gebouwen. Dudok was beter op zijn plaats in uitbreidingsopgaven, minder in de transformatieopgaven na de oorlog.”
“Dudok heeft een enorme omslag tot stand gebracht: van plan tot uitbreiding naar plan tot beëindiging van de stad. Zijn werk als visievormer en regisseur hebben zijn bouwproductie uiteindelijk in de weg gestaan, maar zijn visie op het geluk van de mensen in het gebouw of de omgeving is verrassend actueel. Dudok had aandacht voor de kwaliteit van ruimte én leven op alle schaalniveaus, van de woning tot en met de stad. Hij schiep ruimtes om prettig in te wonen, te werken, te functioneren. Daarom vormde de natuur ook essentiële ruimte om te recreëren, om van te genieten. De mens stond centraal. Daarin was hij groots. Hij heeft werkelijk een duurzame, waardevolle omgeving tot stand gebracht en schrijft daarmee nog steeds aan het volgende boek.”