Koninklijk Atheneum, Deurne (1936-1941) 

Een interessante ‘Inspired By’ is het Koninklijke Atheneum in Deurne van de Vlaamse architect Eduard van Steenbergen (1889-1952). De school, die nog steeds in gebruik is, werd in 1936 ontworpen in opdracht van de gemeente Deurne. Vanwege de nodige discussies met het Ministerie van Onderwijs duurde de bouw erg lang. De officiële oplevering vond plaats in 1941, nadat het gebouw in het voorjaar van 1940 in gebruik was genomen. 

De verschillende vleugels van het Atheneum volgen de contouren van het onregelmatige, vijfhoekige perceel waarop het werd gebouwd. De school was bedoeld voor 1000 leerlingen en bevatte naast leslokalen ook een woning voor de conciërge en een voor de directeur, twee gymzalen, een toneelzaal en een publieke badinrichting, die bedoeld was voor buurtbewoners. De vleugels omvatten een gedeeltelijk overdekte speelplaats.  

Ontwerptekening, 1936. ©Collectie Vlaams Architectuurinstituut – collectie Vlaamse gemeenschap, archief van E. Van Steenbergen.

Wie de school nadert vanuit de Jan Brochovenstraat, in feite de achterzijde van het gebouw, vallen de Dudokian kenmerken meteen op. Allereerst de in opvallende blauw (lapis lazuli) geglazuurde tegels waarmee de reeks muurdammen in de smalle vensterstrook bekleed is. Niet helemaal Dudoks raampartij, niet helemaal de lichtblauwe kleur van Dudoks muurdammen, maar onmiskenbaar een vleugje Dudok. De vensterpartij op de verdieping doet ook zeker denken aan de wijze waarop Dudok enkele raampartijen in het Raadhuis vormgaf. En zo zijn er nog meer overeenkomsten te noemen. 

De baksteen die de betonconstructie verbergt bijvoorbeeld. In Dudoks lichtgele kleur uitgevoerd, in hetzelfde metselverband aangebracht én met de diepliggende schaduwvoeg die de horizontaliteit benadrukt. Of de raampartijen rond de binnenplaats en de met kolommen afgescheiden overdekte galerij. Het doet allemaal vermoeden dat de architect met een schuin oog (of twee) naar het meesterwerk van Hilversums bouwmeester heeft gekeken. 

Of Van Steenbergen ooit Hilversum heeft bezocht dan wel zelfs maar contact met Dudok heeft gehad is onbekend gebleven. Maar verschillende publicaties laten zien dat de invloed van Dudok op de Belgische architectuur van het interbellum nauwelijks te overschatten valt. Het begon met de in de Eerste Wereldoorlog naar Nederland gevluchte architecten die hun kennis van de Nederlandse architectuur mee terugnamen naar België. Een groep – vooral Vlaamse – architecten bleef de ontwikkelingen volgen en vooral ook navolgen. In 1934 besteedde het Belgische architectuurtijdschrift Bâtir een themanummer aan het Nederlandse baksteengebruik, met een overzicht van het gebruik van baksteen door de Amsterdamse Schoolarchitecten én door Dudok. Op het omslag prijkte een foto van het Hilversumse Raadhuis. En in 1935 ging Dudok naar Brussel om een lezing te geven op het XVe Nationaal Congres van de Belgische Architecten.  

Van Steenbergen zal het werk van de Hilversumse gemeentearchitect dus ongetwijfeld gekend hebben. Hij was een veelgevraagd architect en wordt gezien als een van de belangrijkste Vlaamse architecten van het interbellum. Hij werkte hoofdzakelijk in de provincie Antwerpen. Opmerkelijk zijn de overeenkomsten tussen beide architecten. Net als Dudok was Van Steenbergen niet dogmatisch in zijn stijlkeuze, maar liet hij deze afhangen van de opdracht(gever), functie en locatie, naast zijn persoonlijke voorkeuren. Bovenal moest de bewoner of gebruiker van het uitgevoerde ontwerp daar gelukkig in kunnen zijn. En ook was Van Steenbergen geen schrijver of theoreticus, maar liet hij zijn werk voor zich spreken. “Ik heb me nooit bezig gehouden met biografische gegevens. Aan geschreven architectuur heb ik ook niet veel gedaan. Ik heb slechts gebouwd en ontworpen, groot en klein”, aldus Van Steenbergen in 1951. Toeval of niet: in een monografie uit 1955 wordt het Koninklijk Atheneum ‘het fraaiste werk’ van de architect genoemd, een bouwkundig juweel.  

Na Van Steenbergens overlijden in 1952 werd het Koninklijk Atheneum in 1955 uitgebreid door zoon Edward van Steenbergen (1925-2003). De zoon volgde hier het oorspronkelijke ontwerp van zijn vader. In 1971 werd het gebouw met een vleugel uitgebreid, ook ditmaal uitgevoerd door Edward van Steenbergen. In 1995 werd de school een beschermd monument en tussen 2002 en 2012 is een grondige renovatie doorgevoerd waarbij de oorspronkelijke materialen en kleuren zoveel mogelijk in ere zijn hersteld. 

Meer zien: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/09/28/markante-plekken-het-koninklijk-atheneum-van-deurne/

Bronnen: 

Victor van de Berghe, Eduard van Steenbergen. Bouwmeester en binnenhuiskunstenaar (1889-1952), Antwerpen 1955. 
Marc Dubois,  ‘Invloed van de architectuur van W.M. Dudok in Vlaanderen’, Ons Erfdeel 26 (1983), pp. 229-235. 
Pieter Winters, België bouwt in baksteen. Nederlandse ontwerpen als voorbeeld in de Belgische  architectuur in de periode 1918-1940, Masterscriptie Architectuurgeschiedenis Vrije Universiteit  Amsterdam, 2010.