Rijks HBS Harlingen (1926-1928)

Architect Joseph (Joop) Crouwel (1885-1962) heeft een aantal belangrijke bouwwerken op zijn naam staan. Denk bijvoorbeeld aan het Postkantoor aan het Neude in Utrecht (1919-1924), het Hoofdpostkantoor in Haarlem (1919-1922) of het Veterinair Anatomisch Instituut in Utrecht (1918-1921). Zijn oeuvrelijst als zelfstandig architect, als medewerker en later als hoofdarchitect van de Rijksgebouwendienst, is lang en divers. Zou zo’n gerenommeerde architect zich hebben laten inspireren door Dudok? 

Volgens de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed wel. Zij menen dat in het ontwerp voor de Rijks HBS in Harlingen de invloed van Dudok op Crouwels werk zichtbaar is. De overeenkomsten tussen de Oranjeschool van de Hilversumse bouwmeester (1923) en Crouwels HBS (1926-1928) zijn inderdaad opvallend. Vooral de opbouw van de school, die bestaat uit vleugels van ongelijke hoogte, met robuuste gele bakstenen gevels en rode pannen schilddaken, lijkt in de Oranjeschool zijn voorganger te hebben. Ook het markante torenachtige middenvolume, van verre zichtbaar als herkenningspunt, met de langwerpige smalle vensters, is vrijwel een exacte kopie van de Hilversumse school. 

De Oranjeschool van Dudok. Foto: P. Veenendaal (CC BY-NC 4.0)

Net als Dudok hield Crouwel in zijn ontwerp ook rekening met de locatie van de school. Destijds aan de rand van Harlingen, dicht bij de zee, kon (en kan) het behoorlijk waaien. Het speelplein, omsloten door twee vleugels van het gebouw, is daarom aan de zuidoostkant gesitueerd, waardoor voldoende beschutting tegen de zeewind wordt geboden. De overkapte entree vormt een brug over het kleine slootje waaraan het bouwperceel grenst en geeft een extra horizontaal effect aan het gebouw. Het ontwerp bevatte voorts een conciërgewoning die door een overkapte fietsenstalling met de school is verbonden en via een walmuur met de entree. Het Bouwkundig Weekblad typeerde de HBS in 1931 als ‘een frissche school, die een vreugde mag zijn voor leerlingen en leeraren beide’. 

Joop Crouwel (de familienaam wordt ook wel als Crouwell gespeld) genoot zijn opleiding aan de kunstnijverheidsschool Quellinus, afdeling Bouwkundigen, en aan de Academie voor Voortgezet en Hooger Bouwkunstonderricht in Amsterdam. Naast architectuur hield hij zich bezig met het ontwerpen van meubels en interieurs. Ook voor de Rijks HBS in Harlingen ontwierp hij het meubilair, als een waar Gesamtkunstwerk. 

Van een persoonlijke relatie tussen Crouwel en Dudok is niet gebleken, maar dat beide architecten elkaars werk gekend moeten hebben is vrijwel zeker. Beide architecten hadden vanaf eind van de jaren tien naam gemaakt in Nederland. Hun werk verscheen regelmatig in tijdschriften. Beide waren ook lid van het Genootschap Architectura et Amicitia, een vereniging van architecten, die regelmatig excursies en lezingen organiseerde voor de aangesloten leden. De Hilversumse scholen werden ook daar besproken en vonden alom roem. Het ontwerp voor Harlingens HBS kunnen we dus gerust zien als een collegiale groet van Crouwel aan de gewaardeerde ontwerper van de Oranjeschool. 

In 1997 zijn de school, conciërgewoning, ommuring en fietsenstalling aangewezen als Rijksmonument. 

Bronnen:
Van der Peet en Steenmeijer (red.), De Rijksbouwmeesters, Rotterdam 1995.
Bouwkundig Weekblad Architectura 52 (1931) 16, pp. 141-143.
www.monumentenregister.cultureelerfgoed.nl
www.hetnieuwinstituut.nl