Rijks HBS Tilburg, 1931

De lijst met bouwwerken van de Limburgse architect Jan Joseph (Jos) Wielders (1883-1949) is lang en divers. Die diversiteit zit ‘m niet alleen in de soort gebouwen die hij ontwierp maar ook in de gehanteerde bouwstijlen. Wielders staat bekend als vernieuwer van de architectuur in Limburg in de eerste decennia van de vorige eeuw. Zijn tekenopleiding in Roermond stond nog in de traditionele invloedssfeer van de beroemde architect Pierre Cuijpers, maar de jonge Wielders kon zich meer vinden in moderne constructies. Zo vernieuwde hij de kerkenbouw door de toepassing van beton als dragend materiaal, dat hij weliswaar daarna bekleedde met traditioneel baksteen. 

Wielders carrière begon in dienst bij de gemeente Sittard, waar hij stadsarchitect werd, maar in 1918 startte hij zijn eigen architectenbureau in die gemeente. In de eerste jaren van het bureau kreeg hij opdrachten door heel Limburg en bouwde hij kerken, scholen, villa’s en winkels. Hij kreeg ook veel opdrachten vanuit de Rooms-katholieke Kerk, onder andere voor patronaten (scholingsinstituten). Wielders was zelf actief als progressief katholiek en was een van de oprichters van het progressieve katholiek maandblad Roeping. In deze periode ontwierp hij vooral in de Amsterdamse Schoolstijl. 

Vanaf eind jaren twintig komen we Dudokiaanse elementen in Wielders’ ontwerpen tegen. Hij gaat over op strakkere geometrische vormen en maakt gebruik van afwisselende horizontale bouwmassa’s. De Rijks HBS in Tilburg uit 1931 is hier een goed voorbeeld van. Maar vooral bij de School voor Maatschappelijk werk in Sittard (1934), een Rijksmonument, krijgen we dat tintelende Dudokiaanse gevoel. In de Limburger Koerier van 23 oktober 1937 schrijft de journalist over de moderne architectuur in de zuidelijke provincie en het poëtische in de Nieuwe Zakelijkheid van Wielders. “Als voorbeeld hiervan kan de school voor Maatschappelijk werk in Sittard gelden, die in alle gestrengheid doorgevoerd, plotseling het speelsche accent krijgt door de aardige boog van den ingang, […] die het geheele gebouw een ander cachet geeft, het karakter van: ziezoo, nu profiteeren we van de voordelen van de nieuwe zakelijkheid waarbij we een stukske van onszelf, wat romantiek, wat poëzie behouden.” Een omschrijving die op veel werken van Dudok niet zou misstaan. 

“Het behoeft niet ontkend te worden, dat in verschillende werken van den limburgsen Wielders de invloed dezer ‘hollandse’ bouwkunst merkbaar is”, verwoordde pater en letterkundige M. Molenaar M.S.C. expliciet de invloed van Dudok op het werk van Wielders in 1949 in een in memoriam in het tijdschrift Roeping.  

Of Dudok en Wielders elkaar ooit hebben ontmoet weten we niet. Wel weten we dat Wielders al van jongs af aan zeer regelmatig naar Amsterdam reisde in verband met doktersbezoek (hij leed zijn hele leven aan hevige migraineaanvallen). Waarom zou hij op een van deze reizen niet eens Hilversum hebben aangedaan, om de alom geprezen ontwerpen van de Hilversumse gemeentearchitect met eigen ogen te aanschouwen? 

Bronnen
Michel Habets, ‘Jos Wielders (1883-1949). Een bouwkundig vernieuwer in traditie’, in: Sittardse Cultuurdragers 1299-1999, Prof. Dr. Timmerstichting, Sittard 1999. 
M. Molenaar M.S.C., ‘Jan Joseph Wielders ter gedachtenis’, Roeping 26 (1949), pp. 271-276.