Rotterdamsch Lyceum, Rotterdam (1927-1929)

Toen het architectenbureau De Roos & Overeijnder in 1928 de besloten prijsvraag voor De Bijenkorf in Rotterdam verloor van architect Dudok, konden zij zich volledig vinden in de keuze voor ‘een zoo geniaal bouwmeester als Dudok’. In hetzelfde jaar ontwierp het bureau een schoolgebouw voor het Rotterdamsch Lyceum waarin de invloed van de door hun bewonderde Hilversumse architect goed zichtbaar is. 

Het Rotterdamse architectenbureau De Roos & Overeijnder gold in de eerste helft van de 20e eeuw als een van de bekendste en grootste van de stad. J.H. (Herman) de Roos (1875-1942) en W.F. (Willem) Overeijnder (1875-1941) waren klasgenoten tijdens hun opleiding aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam en besloten na hun studie gezamenlijk een praktijk op te zetten. In 1895 startten zij het architectenbureau De Roos & Overeijnder.  

Binnen het bureau gold een duidelijke taakverdeling, waarbij De Roos de zakelijke kant op zich nam en meestal het toezicht op de uitvoering van de bouwwerkzaamheden hield. Overeijnder was de ontwerper en tekenaar, en het gezicht van het bureau. Hij verzorgde de esthetische kant. Overeijnder stopte in 1937 met om gezondheidsredenen met zijn werkzaamheden en overleed vier jaar later. De Roos zette de praktijk voort tot aan zijn dood in 1942. 

Het goedlopende bureau bouwde kantoren, scheepswerven, een concertgebouw, sociëteit, woningen, tuinwijken en het stadion van de Rotterdamse voetbalclub Sparta. Ook scholen, een belangrijke bouwopgave in de jaren twintig van de vorige eeuw, behoorden tot het werk van De Roos & Overeijnder. Architectuuronderzoeker Han Timmer, die een monografie over het architectenbureau De Roos & Overeijnder publiceerde, typeert het bureau als stilistisch een trendvolger dat een breed scala aan bouwstijlen hanteerde. 

In 1927 gaf de Vereeniging Het Rotterdamsch Lyceum het bureau opdracht voor de bouw van een nieuw schoolgebouw op een door de gemeente beschikbaar gesteld bouwterrein in de wijk Delfshaven. Het Rotterdamsch Lyceum, officieel geopend in 1929, was het eerste lyceumgebouw in de stad, een school waar algemeen voortgezet onderwijs kon worden gevolgd. De school werd gebouwd in de zakelijk-expressionistische bouwstijl van Dudok die in de scholenbouw veel navolging vond. De scholen van Dudok werden met grote regelmaat in de architectuurtijdschriften besproken en bezocht tijdens architectuur- en stedenbouwcongressen. Uitgesproken Dudokiaans in het Rotterdamsch Lyceum zijn de opzet van de school met verspringende kubische bouwmassa’s, de ruime boogvormige entree en de hoge en opvallend slanke toren. 

De besloten prijsvraag voor De Bijenkorf was niet de enige waaraan zowel De Roos & Overeijnder als Dudok meededen. In 1926 deden beide architecten mee aan de prijsvraag voor een beursgebouw aan de Coolsingel in Rotterdam. In dit geval ging een derde er met de prijs ervandoor (architect J.F. Staal), maar het ontwerp van De Roos & Overeijnder is opvallend Dudokiaans van opzet. Dat kwam het bureau op kritiek in dagblad Het Vaderland te staan: “De Roos & Overeynder kenmerken zich opnieuw als geveleurs en opmerkelijke raamfantasten, schuivende vlakken-componisten.”  

In 1939 werd het Rotterdamsch Lyceum uitgebreid met twee lokalen boven de ingang waardoor de oorspronkelijke compositie teniet is gedaan. In 2009 werd het lyceum opgeheven. Momenteel is de Theater mavo/havo in het pand ondergebracht. Het gebouw werd in 2002 aangewezen als Rijksmonument. 

Bronnen
J.P.L. Hendriks, ‘Architect W.F. Overeynder †’, Bouwkundig Weekblad Architectura 62 (1941) 11, 81-82. 
Han Timmer, De Roos & Overeijnder (1895-1942) Een Rotterdams architectenbureau: bouwen voor havenbaronnen en arbeiders, BONAS-reeks, Hilversum 2022.