
Volgens het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse overheid is de voormalige dokterswoning met praktijk aan de Elisabethlaan in Oostende ‘het hoogtepunt en de meest prestigieuze realisatie uit het architecturaal oeuvre van architect J. De Bruycker’. Vooraanstaand architect, architectuurkenner en publicist Marc Dubois voegt daar aan toe dat het ‘een goed voorbeeld van een persoonlijke interpretatie van Dudoks architectuur’ is.
Joseph de Bruycker (1891-1942), opgeleid als architect, startte begin jaren twintig als meubel- en interieurontwerper bij de door hemzelf opgerichte firma ‘Het Binnenhuis’. In 1927 bouwt hij zijn eigen woning in het Vlaamse Roeselare, in een voor de tijd moderne kubistische stijl. Vanaf dan is hij ook werkzaam als architect. Hij ontwerpt modernistische woningen waar hier en daar licht-Dudokiaanse elementen zijn te herkennen (zoals bijvoorbeeld in de woning aan de Veldstraat 146 in Roeselare). De Bruycker overleed in 1942 na een chirurgische ingreep.
Het meest opvallend Dudokiaans is zijn ontwerp voor de dokterswoning met praktijkruimte voor Dr. Depuydt. Niet toevallig, want nadat De Bruycker in 1935 de opdracht voor het ontwerp van de dokterspraktijk krijgt, maakt hij samen met de opdrachtgever, arts Camiel Depuydt, een studiereis naar Hilversum. Of zij Dudok ook daadwerkelijk gesproken hebben, is onbekend, maar zeker is dat de beide heren onder de indruk moeten zijn geweest van wat ze in Hilversum aantroffen. Want, alweer volgens het agentschap Onroerend Erfgoed, ‘het algemeen concept en detaillering [staan] onder invloed van de Nederlandse architect W.M. Dudok’.
Vooral het gebruik van gele bakstenen en de manier van dakrandafwerking geven het geheel een sterk Dudokiaans karakter, aldus Marc Dubois. De dokterspraktijk en de ruime woning voor het kinderrijke gezin van de arts zijn ontworpen als twee aparte bouwdelen, die verbonden zijn door een derde bouwdeel waarin zich de toegangspartij bevindt. Een ontwerpkenmerk à la Dudok. Ook de bekroning van de schoorsteen heeft een hoog Dudokiaans gehalte. De daarop geplaatste metalen ooievaar is een verwijzing naar de grote kinderschaar van het echtpaar Depuydt en werd bij de geboorte van het dertiende kind geplaatst. Hieraan dankt de villa zijn bijnaam De Ooievaar.
De woning is een waar Gesamtkunstwerk van de architect, die bij het ontwerp nauw samenwerkte met de opdrachtgever. In het eigentijdse interieur is bijzonder veel aandacht besteed aan de kleurstelling en lichtinval. Het pand bevat een keur aan gezandstraalde en glas-in-lood ramen, met referenties naar de namen van de bewoners.
Het complex aan de Elisabethlaan, bestaande uit de voormalige dokterswoning en -praktijk, het interieur, het bijbehorende washuis en de geometrisch aangelegde tuin, werd in 2001 aangewezen als beschermd monument. Hoewel in de loop der jaren wel enige interne aanpassingen hebben plaatsgevonden, zijn er nog vrij veel originele elementen te vinden. In 2008 kwam het pand leeg te staan. In 2014 werd het geheel aangekocht door de in Brussel gevestigde Schotse kunstenaar Lucy McKenzie. Zij maakte een digitaal filmpje, dat een mooi inkijkje geeft in de kleurrijke inrichting van het pand, te vinden op youtube (https://www.youtube.com/watch?v=iaGRsbsB3Xg). Haar plan is om de villa in oorspronkelijke staat te herstellen en open te stellen als expositieruimte. Vooralsnog (2022) is dit project nog niet afgerond.
Bronnen:
Marc Dubois, ‘Invloed van de architectuur van W.M. Dudok in Vlaanderen’, Ons Erfdeel 26 (1983), pp. 229-235.
Website: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/
Online interview met Lucy McKenzie: https://www.moussemagazine.it/magazine/lucy-mckenzie-marie-canet-2017/













