







Het Rotterdamse kantoor van levensverzekeraar ‘De Nederlanden van 1845’ aan het Beursplein, een schepping van Berlage, werd verwoest door het Duitse bombardement aan het begin van de oorlog. Twee jaar later kreeg Dudok opdracht om een nieuw kantoor te ontwerpen op de hoek van Meent en Westewagenstraat. Dudok was Berlage intussen opgevolgd als de vaste architect van de verzekeringsmaatschappij.
Dudoks eerste ontwerp werd niet gerealiseerd. Pas in 1949 maakte hij een nieuw ontwerp met een licht gebogen schaaldak, in plaats van het puntdak in zijn eerste plan. De glazen pui aan de kant van de Meent bleef, maar werd in het nieuwe ontwerp een stuk lager. Daardoor werd het mogelijk vier etages met maisonnettes te bouwen boven de twee verdiepingen waarin het kantoor werd gevestigd.
De bovenbouw met woningen is voorzien van een bakstenen gevel. De maisonnettes hebben hun entree in de westgevel en zijn bereikbaar via inpandige galerijen. De oostgevel, die doorloopt tot in het water van de Delftsevaart, is voorzien van kleine balkons.
De bouw van het pand begon in 1951 en werd een jaar later voltooid. Bijzonder detail is de heftoren van de brug over de Delftsevaart, die door Dudok in een hoek van het kantoorgebouw werd geïntegreerd.
Het gebouw was tot ongeveer 1980 in gebruik als verzekeringskantoor. In 1991 werden alle verlaagde plafonds en systeemwandjes eruit gesloopt en kreeg de grote, zes meter hoge kantoorruimte op de benedenverdieping haar oude allure terug in het eerste grand café van Rotterdam, toepasselijk ‘Dudok’ geheten. Het gebouw is een gemeentelijk monument.