Het Leidsch Dagbladgebouw is in 1916 ontworpen in opdracht van uitgever Henri Sijthoff. Dudok werkte bij dit ontwerp nauw samen met zijn collega en goede vriend J.J.P. Oud. Het gebouw had oorspronkelijk de functie van kantoor. Sinds 2000 huizen het Kantongerecht en de Reclassering in het pand.
Toen Dudok de opdracht voor het ontwerp kreeg was hij adjunct-directeur van de afdeling Gemeentewerken in Leiden. Dudok experimenteerde graag en daardoor is het Leidsch Dagbladgebouw moeilijk in een stijlhokje te plaatsen, hoewel velen vinden dat de gevels door hun rijke detaillering doen denken aan de Amsterdamse School.
Dudok bedacht een slimme oplossing om met de bijzondere driehoeksvorm van het terrein om te gaan. Hij ontwierp parallel aan het Rijn en Schiekanaal een rechthoekig volume van twee verdiepingen met een grote puntige kap en een vooruitstekende arm. Daardoor staat het gebouw schuin ten opzichte van de Witte Singel. De overgebleven ruimte aan die kant vulde hij op met een driehoekig trappenhuis en een dito entreepleintje. Zo paste het toch goed bij de rooilijn van de singel.
Het kantoor had een duidelijke publieksfunctie. Zo waren er een tentoonstellingszaal en een ‘tijdingszaal’, waar men het laatste nieuws kon lezen en advertenties kon opgeven. Aan de decoraties is nog altijd heel goed te zien om wat voor gebouw het ging. Aan de buitenkant hangen twee terracotta koppen die de sprekende en de schrijvende mens verbeelden. Binnenin worden de belangrijkste functies van de krant door personificaties in glas in lood getoond: een vrouw met haar hand aan de mond (het nieuws), een kraaiende haan (advertenties) en een vrouw met een opgeheven vinger (de kritiek).
Tekst: rapleiden.nl