Dudok op 80ste verjaardag: Ik hoop mijn meesterwerk nog te maken

Beluister het dankwoord van Dudok tijdens de viering van zijn tachtigste verjaardag.

In de archieven van Beeld en Geluid is nóg een geluidsopname opgedoken van Hilversums beroemde bouwmeester Willem Dudok. Het is het dankwoord dat hij sprak tijdens de viering van zijn tachtigste verjaardag, in de Burgerzaal van het Raadhuis. Ondanks zijn hoge leeftijd is Dudoks dankwoord nog steeds doorspekt met ambitie: “Ik hoop nog altijd dat ik in staat zal zijn mijn meesterwerk morgen te maken.”

Dudoks woorden zijn vastgelegd door de microfoons van de NCRV Radio, dat diezelfde avond, op 6 juli 1964, een lang item uitzond over de viering van Dudoks tachtigste verjaardag in het programma De Radiokrant.

Burgemeester Boot roemde de architect en schonk hem namens de gemeente een portret van hem. Het kunstwerk was gemaakt door kunstenaar Eppo Doeve, die door Dudok werd bewonderd en door hemzelf voor dit doel was uitgekozen.

Het boeiende, en het levenwekkende, en de zin van het leven, is het grijpen van de toekomst.

Dudok, zelf ook een zeer begaafd tekenaar, was er blij mee: “Ik vind het een prachtig portret van Doeve. Ik kan niet zeggen dat ik het niet wist, want het is heel moeilijk om te poseren voor een portret en dan helemaal niet te weten wie de tekenaar is. Ik heb ook grote waardering voor Doeve. Het is een van onze beste mensen die we hebben.”

De rest van zijn korte dankwoord gebruikte Dudok om te benadrukken dat hij nog niet klaar was, als architect, en dat hij graag wat nieuwe scheppingen aan zijn oeuvre zou toevoegen: “Ik ben blij dat ik toch eigenlijk nog middenin het werk sta. En daarom is zo’n tachtigste verjaardag… dat is natuurlijk altijd wel een mijlpaal. Dan sta je dan stil en dan kijk je even terug op die lange levensweg die achter je is. Maar toch, het boeiende, en het levenwekkende, en de zin van het leven, is het grijpen van de toekomst. En ik hoop dus dat ik nog in staat zal zijn iets te kunnen doen voor deze gemeente. En misschien ook voor de gemeente waarvan ik hier nog een paar heren aanwezig zie.”

Die laatste woorden van Dudok waren bestemd voor de burgemeester en wethouders van Velsen, ook van de partij in de Burgerzaal. Zij konden de jarige bouwmeester verblijden met het nieuws dat de minister net had ingestemd met de afbouw van het Plein 1945 en het Raadhuis in Velsen, ook een schepping van Dudok.

Het slot van Dudoks dankwoord doet sterk denken aan de toespraak die hij tien jaar eerder gaf, bij de viering van zijn zeventigste verjaardag. Toen toonde Dudok zich vooral een teleurgesteld architect die vond dat hij niet genoeg had gepresteerd: “Ik heb geen regeringscentrum kunnen scheppen, geen cultureel centrum, geen koninklijk paleis. Al die schone dromen zijn dromen gebleven.”

Tien jaar later leek Dudok daarin te berusten. Al bleef hij vurig hopen op die éne bijzondere opdracht: “Ik hoop nog altijd – en dat blijft natuurlijk zo, dat blijft in het leven van iedere kunstenaar, iets te maken dat beter is dan-ie gemaakt heeft. Ik hoop nog altijd dat ik in staat zal zijn mijn meesterwerk morgen te maken.”

(Tekst gebaseerd op De Radiokrant 6 juli 1964, NCRV Radio, alle rechten voorbehouden)

Plaats een reactie